Slachtbewijs

Slachtingen van dieren voor particulier gebruik moet je aangeven via een informaticatoepassing van het FAVV (Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen)

Werkwijze
Aangevers van slachtingen moeten zich hiervoor eenmalig registreren, hierna krijgen zij een uniek registratienummer (onafhankelijk van de diersoort):

• De aangever van particuliere slachting moet zich vooraf éénmalig persoonlijk laten identificeren en registreren in het FAVV-systeem via het lokaal bestuur (via de Stadswinkel) of via de Provinciale Controle-Eenheid (PCE): hij of zij ontvangt een document met een registratienummer.
• Professionelen met een Sanitel-nummer kunnen dit verder gebruiken.

De eigenlijke slachtingsaangifte:

• Om beroepsslachtingen en particuliere slachtingen aan te geven in het slachthuis, deel je het registratienummer mee aan het slachthuis.
• Particuliere slachtingen buiten het slachthuis moet je minstens twee werkdagen voor de slachting aangeven bij de stad Je kunt dit doen bij de financiële beheerder of bij een aangesteld gemeenteambtenaar door het meedelen van het registratienummer. Na validatie ontvang je een bewijs van aangifte (geldigheidsduur: 8 dagen), je moet dit tot het einde van het volgende jaar bewaren. Slachtingen zonder aangifte en slachtingen met een vervallen aangiftebewijs worden beschouwd als sluikslachting.